Gewoon Michiel
Een van de eerste modellen dat besproken werd in mijn NLP practitioner opleiding is het coachmodel. Heel simpel gezegd zet dit model de huidige situatie tegenover de gewenste situatie. En doe je onderzoek naar de hindernissen die het bereiken van de gewenste situatie tegenhouden en de hulpbronnen die kunnen helpen bij het bereiken er van.
Als ik mijn gewenste situatie schets zou dat nu zijn: niets doen.
Het volgende onderdeel van de practitioner opleiding is het zorgen dat je gewenst situatie aan een aantal criteria voldoet. Een van die criteria is dat de gewenste situatie positief geformuleerd is. De valkuil waar veel cursisten in stappen is dat ze ‘niets doen’ best als positief ervaren. Alleen is ‘niets’ niet positief geformuleerd.
De coachvraag die nu dan zou komen is:
wat doe je wél of wat is er wél als je niets doet?
En dan ontstaat bij mij de irritatie. Waarom (ook zo’n ‘verboden’ vraag) moet er altijd iets wél zijn?
Waarom moet ik altijd ergens naar toe werken? Waarom moet ik altijd iets bereiken?
De gemiddelde vraag in een willekeurig gesprek is vaak: 'wat voor werk doe jij tegenwoordig?'.
Of de vraag waarmee ik ooit dit blog begonnen ben: ‘En…doe jij nog steeds iets in de hoveniersbusiness?’
Als ik de vraag nu krijg, dan zeg ik vaak: 'momenteel ben ik werkeloos'. Gewoon, omdat het kan. En eigenlijk om het gesprek af te kappen omdat het altijd over werk gaat. Ik bemerk vaak een soort van ongemak in de zin van ‘...maar je moet toch een inkomen hebben?’
En terwijl ik vanmorgen (heel nuttig) op de fiets zat, kreeg dit verhaal weer een eigen leven. Ik kan me van een heleboel dingen afvragen wat het nut ervan is. De verkeerslichten (we hebben toch met elkaar afgesproken dat verkeer van rechts voorrang heeft?). De fatbikes die me voorbij komen rijden. De gemeentewerkers die het gras aan het maaien zijn. De ontzettend grote reclameborden langs de weg. Überhaupt het moeten hebben van een identiteitsbewijs. Ik denk altijd dat als we alles schrappen wat ik nutteloos vind de wereld er een stuk mooier uit ziet.
Het hebben van werk vind ik dus ook zoiets nutteloos. En tegelijkertijd weet ik dat de boodschappen ook niet gratis zijn en dat meer dan de helft van ons huis nog van de bank is.
Roeland (www.mannenindepraktijk.nl) zei ooit aan het eind van een sessie iets in de zin van: ‘Zolang er een bezetter is in je leven, leef je niet je eigen leven en wanneer je helemaal los bent gekomen van je misbruiker en van het misbruik, dan zul je merken dat je op de een of andere manier je leven opnieuw vorm mag gaan geven.’
Of ik ooit helemaal los kom van het misbruik door mijn hopman weet ik niet. Het is gebeurd…ik kan het niet uitwissen. Ik merk nu wel dat ik de vrijheid voel om niks te doen. Ik voel in ieder geval geen urgentie meer om iedereen te laten zien dat ik groter, beter en slimmer ben en dat ze mij niet kunnen pakken. Ik merk dat ik me niet staande hoef te houden door me af te meten aan de ander.
En dan vind ik het fijn om te kunnen zeggen:
‘ik ben werkeloos op dit moment.’
Ik hoef me niet nuttig te maken. Ik hoef niet tot nut te zijn van een ander.
Ik zei laatst tegen iemand:
‘ik weet altijd heel goed te beschrijven wat ik niet wil.’
Zo heb ik het mezelf aangeleerd. Ik wil niet meer huilen, ik wil niet meer bij hem op schoot zitten, ik wil niet dat ze denken dat ik een watje ben. Ik heb heel lang in de ‘dit moet ik zien te voorkomen’- stand gestaan.
En nu voel ik vrijheid en geborgenheid in mezelf. Zoals ik in mijn vorige blog schreef is dat nieuw voor me. En ik weet eigenlijk nog niet zo goed hoe ik daar mee om kan gaan.
Ondertussen heb ik vorige maand samen met mijn collega een groot trainingstraject afgerond. Ben ik samen met collega trainers een opleiding aan het schrijven. Coach ik een aantal mensen individueel. Heb ik mijn ‘oude’ vak weer even opgepakt en ben ik een functioneel plan voor software aan het schrijven.
Ik ga ervan uit dat dit allemaal nut heeft. Alleen het voelt voor mij niet alsof het persé nuttig moet zijn. Ik vind het leuk om te doen en dat maakt het vervolgens voor mezelf weer nuttig. Volgen jullie me nog? 😉
Ook nut is subjectief en dus voor iedereen anders. De vraag
‘wat doe je voor werk?’ zou ik dus kunnen pareren met de vraag
‘wat versta je onder werk?’ Om vervolgens een gesprek te krijgen over de waarde en definitie van werk in plaats van de inhoud van het werk zelf.
Terugkomend op de vraag
‘wat doe je wel of wat is er wel als je niets doet?’
Blijkbaar ontstaat er voor mij dan ruimte om leuke dingen te doen. Niet omdat ze moeten of omdat ze nut hebben, maar omdat ik er een goed gevoel van krijg. Dus nutteloos bezig zijn heeft blijkbaar nut voor mij.
En dan gaat de taalneuroot weer in mij aan:
Is het de nutteloosheid van nut of het nut van nutteloosheid?
En als nutteloosheid nut heeft? Is het dan nog wel nutteloos?
Ik heb voor mezelf een zestal stellingen opgeschreven. Ik heb deze al eerder gedeeld volgens mij. Ik noem deze mijn inner basics (www.innerbasics.nl). Deze stellingen bieden mij houvast in elke situatie en op elk moment van de dag.
‘Elke beweging heeft nut’.
Niks doen is in mijn ogen ook een (soort van) beweging, dus ook niks doen heeft nut.
‘Elke bewering omvat haar eigen ontkrachting’. Mijn bewering dat nut nutteloos is, heb ik bij deze ontkracht.
Behalve dan de stand-by stand van de TV. Die blijft ik nutteloos vinden.