Gewoon Michiel

Bekeken worden

Michiel de Bresser • 30 augustus 2023

Bekeken worden vs gezien worden

We gaan de afrondende fase in zei Roeland (www.mannenindepraktijk.nl) afgelopen sessie. Deze fase omvat het doorknippen van alle verbindingen die ik aangelegd heb tussen mezelf en het misbruik en mezelf en de dader. Een soort van grote schoonmaak.


De vorige keer beschreef ik hoe ik middels psychodrama een situatie van het misbruik nagebootst heb en daarin iets anders gedaan heb dan dat ik 30 jaar geleden deed, namelijk stilzitten, niks zeggen en wachten tot het voorbij is. Nu zei ik: ‘dit wil ik niet…SUKKEL’.


Wat er in de dagen en weken daarna gebeurde voelde voor mij nogal vreemd. Ik appte Roeland en zei dat ik voelde alsof ik in een soort van niemandsland terecht was gekomen.

Ik heb me jarenlang geïdentificeerd als slachtoffer van seksueel misbruik dat blijft stilzitten, niks zegt en wacht tot het voorbij is.

En die vastigheid was ik nu kwijt. Alsof ik alles opnieuw beleefde alleen dan vanuit een ander perspectief. Roeland omschreef het als in korte tijd opnieuw opgroeien van een 10 jarige tot de volwassen man van 45 die ik nu ben. Alleen nu vanuit een ander perspectief. Dat voelt raar maar ook wel heel gaaf.
 
Ik merk dat ik anders denk, voel en doe: deze zomer was er bij het zien van onze camping alleen al geen moment dat ik dacht ‘
deze twee weken ga ik hier uitzitten’. Ik stuurde de volgende ochtend nog een e-mail naar een camping waar we eerder geweest waren en twee dagen later hebben we alles ingepakt en zijn we vetrokken. Daarna hebben we op die andere camping nog een hele fijne vakantie gehad.


Dus mijn ‘dan maar door de zure appel heen bijten’ heb ik op een of andere manier overboord weten te zetten. Ik zou mezelf nu juist een SUKKEL vinden als ik op die camping was blijven staan.


En zo viel me meer op. Ik vind het altijd fijn om lekker kneuterig op de camping bij de tent te blijven zitten (dat is wel zo veilig). Nu ging ik uitzoeken hoe we met de bus en trein naar Luxemburg stad konden gaan. Normaal zijn dat dingetjes die ik mijn vriendin laat uitzoeken.


Dus ja…sinds ik tegen mijn hopman gezegd heb ‘dit wil ik niet’ voelt het alsof ik meer beschikking heb over mijn eigen leven.


En nu gaan we dus opruimen zei Roeland. Op een groot vel mocht ik alles opschrijven waar ik aan moet denken en wat er in me opkomt als ik terug denk aan het misbruik. In deze oefening werd me duidelijk hoe mijn gedachten verstrikt geraakt zijn door het misbruik. En ontdekte ik een grote tegenstrijdigheid die ik herken in mijn leven.


Een van de dingen die ik op het grote vel schreef is ‘bekeken worden’. Er is namelijk een moment geweest dat ik bij mijn hopman op schoot zat en hij zijn hand in mijn broek had, toen er onverwacht een aantal andere jongens van de groep de ruimte waar wij zaten binnen kwamen.


En ik weet niet of het de macht der gewoonte was van ‘het hoort erbij’ dat die jongens gewoon iets vroegen aan mijn hopman en dat het blijkbaar de normaalste zaak was dat ik daar bij hem op schoot zat of dat ze misschien niet eens door hadden wat er speelde, ik weet het niet, maar ik voelde me daar behoorlijk bekeken.


Dus ik word niet graag bekeken. Daar voel ik me ongemakkelijk bij. Alleen is dat best lastig als ik als trainer voor een groep mensen sta. En toch voel ik altijd ergens nog het ongemak op het moment dat ik voor een groep ga staan. Naarmate ik merk dat de training goed verloopt en er leuke respons komt uit de groep vloeit dat ongemakkelijk gevoel pas weg.


Wat het tegenstrijdige in dit verhaal is, is dat ik me ongemakkelijk voel wanneer ik ‘bekeken wordt’, maar dat ik een diepe behoefte heb om ‘gezien te worden’. Dat klinkt in eerste instantie misschien hetzelfde, maar ik had graag dat die jongens mij toen gezien hadden en op een of andere manier in actie gekomen waren. Ik wilde gezien worden als slachtoffer van seksueel misbruik. Ik wilde dat mensen zien wat mij overkomen is.


En aan de andere kant (zoals ik in een eerder blog schreef) voel ik me ontzettend ongemakkelijk als ik alleen in de rij sta bij de Droomvlucht in de Efteling. Want dan heb ik het idee dat ik bekeken wordt, alsof ik een of andere rariteit ben.


Dus Roeland vroeg: ‘Hoezo wil je niet bekeken worden? Hoe kunnen mensen je dan zien?’ En daar had hij een punt. En daar wringt het bij mij.


Onderdeel van de oefening was hetgeen ik opschreven had de juiste plek te geven. Ik kan daarbij kiezen tussen: dit hoort echt bij mij, dit hoort bij de dader, dit hoort bij de persoon achter de dader of dit hoort in de prullenbak.


Roeland schreef op een tweede briefje nogmaals ‘bekeken worden’. Dit maakte het voor mij mogelijk om een onderscheid te maken tussen bekeken worden als rariteit, mijn associatie met het bij hem op schoot zitten en bekeken worden als mijzelf als persoon (zoon, partner, vader, broer, vriend, trainer etc.).


In plaats van de betekenis van bekeken worden die mij een ongemakkelijk gevoel oplevert, waren er nu twee betekenissen:


Bekeken worden als rariteit en bekeken worden als Michiel en daardoor gezien kunnen worden.


Bekeken worden als rariteit kwalificeerde ik als ‘dit hoort in de prullenbak’. En heel bewust heb ik tijdens de oefening afscheid genomen van het bekeken worden als rariteit. Die betekenis en bijbehorend ongemakkelijk gevoel wil ik niet meer. Dat ben ik niet.


Het kostte me wel moeite om afscheid te nemen. Het is 30 jaar lang een vervelende maar ook veilige manier van naar mezelf kijken geweest. Ik ben een sneu figuur, ik ben een rariteit en daarom vinden mensen iets van me.


Tranen in mijn ogen. Ik neem afscheid van mijn zelfbeeld dat ik 30 jaar lang in stand gehouden heb. En uiteindelijk verscheur ik het papiertje met daarop ‘bekeken worden’ en gooi het in de prullenbak.


Het andere papiertje met daarop ‘bekeken worden’ leg ik op mijn eigen stoel, dit hoort bij mij. Mensen mogen mij bekijken. Mensen mogen zien wat ik bereikt heb in mijn leven. En mensen mogen daar iets van vinden, positief of negatief. Er is uiteindelijk maar één iemand waarvan ik het belangrijk vind om door gezien te worden….en dat ben ik zelf. En ik zal eerlijk zeggen: het bevalt me steeds beter wat ik dan zie!


Mijn vel papier is nog niet leeg. Dit was pas het begin van het opruimen. Roeland zegt: we stoppen pas als alle associaties met het misbruik of in de prullenbak liggen, of terug gelegd zijn bij de dader, of terug gelegd zijn bij de persoon achter het misbruik óf dat ik vind dat ze bij mij horen. In dat laatste geval krijgen ze voor mij dan wel een nieuwe betekenis.


Work in progress!

Share by: