Gewoon Michiel
Dit zeg ik wel eens wanneer ik verstrikt raak in mijn eigen gedachten. Ooit reageerde iemand hierop door te stellen dat ik dan mezelf en mijn intellect te kort doe. Ik denk dan: ik doe die koe die ik wil zijn te kort.
Ik weet namelijk helemaal niet hoe het is om een koe te zijn. Ik denk altijd dat een koe zich niet druk maakt om haar vlekkenpatroon en wat ze vandaag zal eten. En ook vraag ik me af of haar plekje in de wei haar iets uitmaakt.
Maar het feit blijft: ik heb geen idee. We kunnen een koe volhangen met allerlei sensoren om hersenactiviteit te meten op het moment dat ze naar een andere koe kijkt of haar plekje in de wei uitzoekt. Dit in de hoop een overeenkomstig hersenpatroon te vinden als bij mensen. Wetenschappers zouden dan misschien tot de conclusie komen dat koeien en mensen vergelijkbare ervaringen hebben.
En nog steeds kan niet vastgesteld worden dat dezelfde hersenpatronen leiden tot eenzelfde ervaring. Hooguit dat dezelfde hersengebieden actief zijn.
Het enige wat ik dus kan doen is niet wensen om een koe te zijn maar meer als een koe te doen. In mijn beleving is dat de hele dag voor me uitstaren, af en toe wat eten, mijn gedachten herkauwen en op zijn tijd naar de WC gaan. Daarmee heb ik nog steeds geen idee hoe het daadwerkelijk is om een koe te zijn, maar ik maak me er een eigen voorstelling van.
En als ik dan een tijdje voor me uit zit te staren dan lukt het me vaak wel om de verstrikking in mijn gedachten te ontwarren. Ik realiseer me dan weer dat het weinig zin heeft om voor anderen na te denken. Net zo goed als het geen zin heeft om proberen te bedenken hoe het is voor een koe om een koe te zijn.
Elke ervaring is subjectief (www.innerbasics.nl). Een van de principes waar ik me aan vast houd en ook tevens een principe dat vaak behoorlijk lastig is om aan vast te houden. Waarom kan iedereen niet ‘gewoon’ even denken en ervaren zoals ik. Dat zou de wereld een stuk eenvoudiger maken. Voor mij dan. En daarmee doe ik direct (net als bij de koe die ik graag zou willen zijn) de ander tekort.
Afgelopen jaar ontdekte ik dat ‘het beter willen weten’ een strategie voor mij is geweest. Een strategie om me staande te houden tegenover de ander. Een strategie die met mijn kennis van nu een overbodige blijkt omdat het helemaal niet nodig is om me staande te houden zolang er sprake is van een oprechte verbinding tussen mij en de ander. Die ander is er namelijk helemaal niet op uit om mij onderuit te halen. Dus waarom zou ik het dan beter moeten weten.
Ik werd laatst geraakt door een vraag die Evi stelt op haar website (www.evimaaktallesbespreekbaar.nl):
‘Laat ik de mogelijkheid open dat de ander van betekenis mag worden?’
De vraag raakt mij omdat mijn strategie er altijd op gericht is geweest om dit vooral niet te laten gebeuren. Taal is daarbij mijn wapen. En in de tegenaanval gaan is mijn actie.
En dan zou ik toch meer als een koe willen zijn. Wat op me afkomt wil ik eerst even kunnen herkauwen, zonder het gevoel te hebben dat ik me moet wapenen. Hoe kan ik mijn taal inzetten als verbinding in plaats van als een wapen?
Gisteren las ik een bericht op LinkedIn van Jos de Keijzer waarin hij de vraag stelt of teksten op LinkedIn ook moeilijk mogen zijn. Ik heb daarop gereageerd dat ik het heerlijk vind om ‘moeilijke tekst’ te schrijven.
Blijkbaar heb ik taal en schrijven wel nodig. Ik vind het leuk om mijn gedachten uit te dagen en hierin ook uitgedaagd te worden. Tekst en taal zouden voor mij niet langer een wapen moeten zijn om terug te kunnen slaan maar een middel om mezelf te uiten, waar ik plezier aan beleef en een opening tot verbinding met de ander.
Hier ga ik eens op (her)kauwen.