Gewoon Michiel

Hoe meer ik mezelf begrens....

Michiel de Bresser • 11 oktober 2023

....hoe beter ik mezelf leer kennen.

'Ja' zeggen op alles, het voor iedereen goed willen regelen, bang om de ander teleur te stellen, bang om afgewezen te worden.


Ik leer steeds meer over mijn eigen grenzen en eigenlijk nog meer over de grenzen die ik niet heb. Door mijn grenzen niet goed aan te kunnen geven kende ik slechts twee standen: of we zijn de allerbeste vrienden en ik doe alles voor je of ik moet je niet. Iets daartussen vind ik lastig om te definiëren.


Als iemand mij iets aanbied, dan voel ik een verplichting om daar iets voor terug te doen. In een eerdere blog beschreef ik dat ik moeite heb met het aannemen van een compliment. Als er niks bestaat tussen alles of niets, dan staat het aannemen van een compliment voor mij gelijk aan alles en heb ik dus een schuld aan die ander die ik ergens zal moeten inlossen.


Het compliment wegwuiven of een aanbod van iemand negeren is dan voor mij de veiligste optie, ik hoef dan ook niet te onthouden wie ik nog iets schuldig ben.


Wat ik doe, verwacht ik ook van anderen terug. Dus als we samen door een deur moeten, dan ga ik er vanuit dat de ander ook alles voor mij doet. En zodra ik merk dat dat niet gebeurt dan ga ik vechten. Het is voor mij namelijk alles of niets. Dus óf we hebben een heel goed contact óf ik ga je negeren. Dat voelt voor mij veilig. Ik weet dan namelijk waar ik aan toe ben.


Een half contact voelt voor mij onveilig. Ik wil precies weten wat ik aan iemand heb. Dus bij een half contact ga ik een volledig contact afdwingen door (te)veel van mezelf te laten zien in de verwachting dat anderen zichzelf dan ook laten zien of ik ga me indekken tegen de halfheid van het contact. Als ik bemerk dat iemand geen volledige openheid van zaken geeft, als ik het idee heb dat iemand iets voor me achterhoud, dan trek ik me terug en ga ik observeren en verzamelen.


Ik verzamel uitspraken en bepaalde gedragingen en ga onderzoeken op welke manier ik deze kan gebruiken op het moment dat ik me aangevallen en onveilig voel. En op een gegeven moment kan ik dan vol in de aanval gaan als iemand iets van mij vraagt, mij iets verwijt of mij iets aanbiedt.


In het traject dat ik doorloop met Roeland (www.mannenindepraktijk.nl) en ook nu in de opleiding die ik volg, leer ik dat een gezond vertrouwen en een gezond wantrouwen aan de basis staan van ons zelfvertrouwen.


Er is JA en er is NEE. De JA moet kunnen vertrouwen op de NEE en de NEE moet kunnen vertrouwen op de JA. Als deze in evenwicht zijn, dan ontstaat zelfvertrouwen.


Mijn NEE was ‘kapot’ of anders gezegd ik had geen gezond ontwikkeld wantrouwen. Ik geloof iedereen op zijn of haar woord. En ik heb ook nooit zo goed door als iemand een loopje met me neemt. Door het ontbreken van een gezond wantrouwen en de mogelijkheid om nee te zeggen, heeft uiteindelijk mijn hopman zich aan mijn leven kunnen opdringen.


'Nee' kunnen zeggen tegen iets wat ik niet wil is echter heel gezond. En ja, dan kan tot gevolg hebben dat een contact verbroken wordt of dat ik uiteindelijk iets mist waar ik achteraf toch graag bij geweest was. Tegenwoordig noemen we dat FOMO (fear of missing out). Maar het weerhoudt me er ook van om ergens in verzeild te raken, waar ik helemaal niet wil zijn en waar ik helemaal geen onderdeel van uit wil maken.


Overal ja op zeggen is misschien zelfs wel ongezond. Zeker als ik 'ja' zeg in de hoop dat er in een behoefte voorzien wordt, die helemaal niet door een ander ingevuld kan worden.


Nee zeggen betekent een grens trekken. Tot hier en niet verder. Dat schept duidelijkheid. Doordat ik in het verleden heel vaak overal maar 'ja' op gezegd heb, ben ik in situaties terecht gekomen waar ik uiteindelijk geen andere optie meer zag dan: ‘dan maar niet’.


Ik ben aan het leren om bij ieder beroep dat er op mij gedaan wordt, iedere vraag die mij gesteld wordt en ieder aanbod dat ik krijg, eerst contact te maken met mijn gezonde vertrouwen en mijn gezonde wantrouwen. Hierdoor kan ik een weloverwogen keuze maken, zonder me in allerlei bochten te hoeven wringen en allerlei toezeggingen te doen, waar ik op een later moment spijt van krijg en weer in de ‘dan maar niet’ modus terecht kom.


Iedere opleidingsdag wordt me weer een stuk van mijn patroon duidelijker. Bepaalde woorden of gedragingen waar ik nog op ‘uit’ ga, die mij doen bevriezen of die mij juist in de vechtstand zetten.

Alleen nu heb ik mijn gezonde vertrouwen en mijn gezonde wantrouwen. Ik ga niet meer (figuurlijk gezegd) klakkeloos op schoot zitten. Ik zeg niet zomaar overal nog ja tegen. Ik weet en ik voel dat ik vanaf nu ook 'nee' mag en kan zeggen, zonder me druk te maken over een mogelijke teleurstelling bij de ander of afwijzing door de ander. Hoe moeilijk dat af en toe ook is.


Door eerlijk 'nee' te zeggen, weet ik steeds beter wat ik wel en niet wil, wat ik wel en niet leuk vind, wie ik wel ben en wie ik niet meer wil zijn.


Ik las onlangs:


zonder grenzen is er geen vorm
en kan zich geen identiteit vormen


(uit het boek traumaseksualiteit en psychodrama van Peter John Schouten)


Door beter mijn eigen grens te kennen en aan te geven, weet en voel ik beter wie ik ben. Waar ik ophoud en de ander begint. Waar mijn pijn stopt en de pijn van de ander begint.


Door het ontbreken van een gezond wantrouwen, is er bij mij verwarring in ontstaan. Ben ik in een situatie terecht gekomen dat er misbruik gemaakt werd van mij en waar er voorbij gegaan werd aan mijn identiteit, aan mij als persoon. Ik koppelde mijn identiteit aan de aandacht van de ander.

Ik weet nu dat ik niet de oplossing ben voor de pijn en het probleem van mijn hopman.

Ik kan en mag zeggen: ‘Nee, dit wil ik niet’. 

Share by: