Gewoon Michiel
Vorige week beschreef ik dat ik een moment van voor mij fijne leegte ervaren had. Met dat gevoel vertrok ik die dag naar een nieuwe opleidingsdag van traumaseksuologie. In de ‘hoe zit je erbij’ ronde vertelde ik dat ik met een positief gevoel naar de opleiding gekomen was en dat ik hoopte dat ik dat gevoel de hele dag kon vasthouden en me niet weer in een of ander dal zou laten trekken.
En die laatste opmerking bleef natuurlijk niet onopgemerkt bij mijn trainers. Zij zijn scherp op zelf saboterende opmerkingen en bij de pinken genoeg om mij daar terloops iets over terug te geven in de trend van: ‘tja…je zult jezelf toch maar eens een volledig leuke dag gunnen.’
Tijdens de opleiding brengen we de schade van het misbruik in beeld. We deden een oefening waarbij we allerlei associaties met ons seksueel misbruik opnoemden. Deze oefening had ik al eens gedaan met Roeland (www.mannenindepraktijk.nl), dus ik dacht: ‘hier zal niks geks meer naar boven komen.’
Totdat het woord ‘arrogantie’ in me opkwam. En ja…ik vind het behoorlijk arrogant van mijn hopman dat hij wel zou weten wat een goede manier van troosten is. En ik vind het al helemaal arrogant dat hij dacht met het misbruik weg te kunnen komen. Het bleef namelijk niet bij één keer en ik was ook niet de enige waarbij hij zijn handen niet thuis gehouden heeft.
Ik heb in een eerder blog beschreven dat ik check wie er in mijn omgeving zijn en dat ik voor mijn eigen veiligheid ga zoeken naar iets waar ik de ander op kan terug pakken mocht dat nodig zijn. Ik schrok van die bewustwording en tegelijkertijd kon ik ook tegen mezelf zeggen: ‘het is een verdedigingsmechanisme van mij en het is nu aan mij om iets anders te gaan doen.’
Wat maakte dan dat die dag het woord arrogantie mij zo triggerde?
In NLP trainingen die ik geef, leg ik aan deelnemers uit dat ieder persoon de wereld inkleurt vanuit zijn of haar eigen model van die wereld. En om ergens kleur aan te kunnen geven moet je de kleur dus wel kennen. ‘De kleur’ arrogantie (her)ken ik.
Ik realiseer mij dat ik niet alleen munitie verzamel wanneer ik in een groep mensen ben waar ik me misschien te verdedigen heb, maar dat ik ook bewust situaties opzoek waarin ik daadwerkelijk die munitie gebruik. De arrogantie van het beter weten.
LinkedIn en Facebook zijn voor mij plaatsen waar ik zoek naar berichten die voor mij een onwaarheid bevatten om vervolgens in discussie te gaan met de auteur van het bericht. Ik heb mezelf aangeleerd om een soort van cirkelredeneringen te gebruiken om iemand steeds op zijn of haar uitspraak terug te pakken.
Over het algemeen eindigt de discussie met een opmerking dat ik star ben of dat ik het punt van de post niet wil aannemen. En het erge hiervan is dat dat punt voor mij als een overwinning voelt. Het moment waarop argumenten niet meer werken en er in mijn beleving een persoonlijk oordeel/aanval van die ander komt. Ik vul dan in: 'ze kunnen niet winnen, dus worden ze persoonlijk.'
Op die manier blijf ik het misbruik voor mezelf herhalen: vanuit onmacht een persoonlijke aanval.
In de afgelopen weken hebben al drie mensen die dichtbij me staan mij de vraag gesteld: waarom?
'Waarom besteed jij je aandacht aan dit soort discussies?'
'Wat levert het je op?'
Mijn eerste reactie is dan: ‘Ik vind het gewoon leuk.’
Als ze doorvragen dan komt er iets in de richting van: ‘Ik heb het nodig.’ en 'Ik kan eigenlijk niet zonder.'
In de auto of op de fiets zijn voor mij momenten van reflectie. Ik heb soms eeuwige discussies met mezelf en ook momenten dat ik heldere ingevingen krijg. Soms zijn de ingevingen behoorlijk confronterend.
De vraag: ‘wat levert het me op?’ heb ik de afgelopen tijd heel vaak aan mezelf gesteld.
En net voor het weekend zat ik in de auto en stelde ik me de vraag weer.
En het antwoord kwam. Wederom als een soort van donderslag bij heldere hemel.
Ik hoop steeds dat iemand zegt: ‘Michiel, je hebt ongelijk’.
En dan komt er een diepliggende wens naar boven:
De hoop dat iemand zegt dat mijn argumenten niet kloppen en dat ik kan twijfelen aan mijn eigen gedachten.
De hoop dat ik het me ingebeeld heb.
De hoop dat ik het misbruik kan ontkennen.
De hoop dat het misbruik niet waar is.
De hoop dat het er nooit is geweest.
Door te kunnen twijfelen aan mijn zeker weten, had ik de ergens de hoop op een vrijgeleide om het misbruik te kunnen ontkennen.
Ik weet ondertussen wel beter. In de opleiding onderzoeken we de schade van het misbruik.
De tegenstrijdigheid tussen mijn steeds meer willen weten en mijn hoop dat ik ongelijk heb over het misbruik, is onderdeel van die schade.
LinkedIn en Facebook waren voor mij wat dat betreft een plek vol promiscuïteit.
Mijn schade wordt me helder. Ik realiseer me dat mijn herstel tijd nodig heeft.