Gewoon Michiel
Vorig jaar volgende ik een opleiding tot rots en water basistrainer en daarna een verdieping over trauma en verlies. Tijdens die trainingsdagen werd me duidelijk dat ik moeite heb met fysieke nabijheid. Laat staan met fysiek contact maken.
Vanuit mijn hoofd beredeneerd kan er weinig fout gaan. Alleen wanneer ik echt de focus naar mijn lijf verplaats, wordt me duidelijk dat mijn lijf anders reageert dan dat mijn hoofd vindt dat het hoort.
Denken heeft me jarenlang op de been gehouden. Sinds ik begonnen ben met bokscoaching ben ik me nog meer bewust van wat mijn lijf doet.
Leoni (www.bokscoachingleoni.nl) vroeg me om een lijn op de grond te tekenen waarachter ik me veilig voel. En daar omheen een lijn die de zone markeert waarin ik ongemak ervaar.
Ik ging in mijn veilige zone staan en van daaruit begonnen we te boksen. Nou ja…boksen…liever niet.
‘Ik zal de eerste mep niet uitdelen’, zei ik.
‘Misschien helpt het om één voet over je 'veilige lijn' te zetten en in het ongemak te stappen?’ Daagde ze me uit. Dat deed ik. Ik stapte over de lijn.
Tegelijkertijd liet ik mijn verdediging zakken en zei tegen Leoni: ‘OK…kom maar dan’.
Waarop ik direct een eerste stoot te pakken had. En een tweede. En een derde.
Maar mijn lijf blokkeerde, ik kreeg het niet voor elkaar om terug te slaan. Angst om mijn eigen grens aan te geven en daarmee de ander pijn te doen. Sterker nog: ik had geen idee. Hoe geef ik mijn grens aan?
In de rots en water training deed ik een oefening waarbij iemand in snel tempo op me af komt lopen die ik vervolgens moest afweren. Dat lukte me toen ook niet. Niet wetend wat te doen, niet wetend hoe ik mijn grens kan aangeven, ik schiet direct in een freeze.
En zo werd me mijn patroon duidelijk. Dit is wat ik doe. Ik wacht op de eerste klap en op de volgende en de volgende. Anderen vormen mijn begrenzing. Ik definieer mijn grens middels het feit dat de ander begint te 'meppen'. En dan vang ik een tijdje de klappen op, tot het me te veel wordt.
En dan haak ik af….einde contact.
Leoni maakte het me nog even subtiel duidelijk. Ze ging buiten mijn 'oncomfortabel lijn' staan en ging daar een beetje op en neer staan te hupsen. Dus ik zeg: ‘Dit vind ik irritant. Zo weet ik niet wat ik van je kan verwachten’. En ook daar werd het me duidelijk. Voor mijn terugkerende lezers: iemand moet blijkbaar eerst zijn glas op mijn nummertje 40 zetten.
En ik realiseerde me dat dit niet alleen is wanneer mensen in negatieve zin over mijn grens gaan. (voor zover ik die grens dus voor mezelf überhaupt duidelijk heb). Ook in positieve zin ben ik in afwachting tot ‘iemand zijn glas op mijn nummertje 40 zet’ om in contact te komen.
Net zo goed als mijn lijf blokkeert wanneer ik terug wil slaan tijdens het boksen. Voel ik ook een soort handrem erop gaan wanneer ik alleen of samen met anderen in mijn omgeving ‘zomaar’ iets spontaans wil gaan doen. Daar voel ik me ongemakkelijk bij.
Zomaar en spontaan vind ik lastig. Net zoals ik me in mijn eentje in de rij bij de droomvlucht ongemakkelijk voel. Behalve als mijn kinderen erbij zijn. Want dat is ‘normaal’.
Voluit gaan voor het contact lukte me niet tijdens het boksen.
Onbewust bleef ik steeds nog met een voet achter mijn veilige lijn staan. Ik laat mijn begrenzing bepalen door wat anderen doen. En anders blijf ik achter mijn veilige lijn staan. Daar waar ik in mijn eentje op de Noordpool ben en waar niemand mij iets kan maken of kan raken.
Mijn ingebakken patroon maakte ik voor mezelf zichtbaar: altijd op zoek naar veiligheid
In mijn kinderlijke wijsheid dat de nabijheid van anderen altijd op een gegeven moment onveilig kan worden. Zeker als ik mijn eigen grens niet ken en voel, laat staan dat ik die kan aangeven en bewaken.
Zoals Roeland (www.mannenindepraktijk.nl) het steeds tegen me zegt: ‘de dader is nog altijd in jou aanwezig’.
Ik zet mooie stappen in herkenning en erkenning en ik wil gaan accepteren dat dit onderdeel is van mijn leven. Ik leer zelf weer de regie in handen nemen bij het bepalen en bewaken van mijn eigen begrenzing.
Ik vind dat spannend. En tegelijkertijd ervaar ik meer vrijheid.
Work in progress!